Algemene uitleg 4 pijlers pensioenopbouw

1. Wettelijk Pensioen

Na een actieve loopbaan heeft u recht op een wettelijk pensioen. Het wettelijk pensioen, ook eerste pijler genoemd, is het bedrag dat maandelijks door de overheid wordt uitbetaald. Het hangt onder meer af van uw beroepsloopbaan en uw gezinssituatie.

Het pensioenbedrag waarop u kan rekenen verschilt afhankelijk van uw statuut (zelfstandige, bedrijfsleider, bediende, ambtenaar). Voor een ambtenaar maakt dit doorgaans 75% van het loon van de laatste 5 jaar uit. Een zelfstandige, manager of bedrijfsleider moet echter rekening houden met een wettelijk pensioen dat zich beperkt tot 25% of minder van het laatste loon. De pensioenbreuk (het verschil tussen het laatste loon en het wettelijk pensioen) voor deze categorie is zo aanzienlijk dat een degelijke pensioenplanning een absolute noodzaak is.

2. Het Aanvullende Pensioen Via Beroepsactiviteit

Als uw bedrijf een groepsverzekering heeft, krijgt u bij uw pensioen een uitgesteld loon. Uw werkgever kan ook een aanvullend pensioen voorzien via een Individuele Pensioentoezegging (IPT) voor werknemers of voor zelfstandigen. Met het Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen (VAPZ) bouwt u als zelfstandige een sociaal en fiscaal interessant aanvullend pensioen op.

  • Groepsverzekering
  • Individuele Pensioentoezegging (IPT) – werknemers
  • Individuele Pensioentoezegging (IPT) – zelfstandigen
  • Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen (VAPZ)

3. Het Individueel Aanvullend Pensioen Met Fiscaal Voordeel

De derde pijler is het extra-wettelijk pensioen. De overheid stimuleert u met fiscale voordelen om ook zélf uw pensioen aan te vullen door aan pensioensparen of langetermijnsparen te doen.

4. Zelf actief sparen en beleggen met oog op uw pensioen

Met een gezonde dosis spaarzin en een goeie beleggingsstrategie kunt u naast bovenvermelde pijlers uiteraard ook zélf zorgen voor een goed uitgebouwde beleggingsportefeuille die u een zorgeloze oude dag garandeert. Afhankelijk van uw eigen beleggersprofiel kunt u met spaarrekeningen, kasbons, obligaties, beleggingsverzekeringen, fondsen of aandelen uw spaarcenten laten renderen. Vastgoed is ook een optie. Een eigen huis vormt bijvoorbeeld ook al een belangrijk deel van uw vermogen.